Creatieve workshop Grow and Bloom Wo. 24 april  info

Ieder op zijn eigen plek; parentificatie

Parentificatie

Als je (onbewust) op de plek van je ouder(s) bent gaan staan.

 

In mijn coachpraktijk ont-dek ik samen met coachees hun gedrags,- en denkpatronen. Patronen zijn regelmatige, voorspelbare en herhaalde gewoontes. Je doet of denkt iets op een bepaalde manier, omdat dit ooit (onbewust) voor jou helpend was. Patronen geven zekerheid, controle en voorspelbaarheid. In de kindertijd zijn patronen de leidraad in het leven. Het geeft een gevoel van veiligheid en is soms zelfs nodig om te overleven.
Maar patronen kunnen je ook enorm belemmeren en zelfs belasten. Het is belangrijk dat je je bewust bent van je patronen, zodat je ze kunt plaatsen en er mee kunt leren om gaan. Door bewustwording heb je de keus om anders met de patronen om te gaan of niet.

We zijn allemaal in vele patronen opgegroeid. Parentificatie is een voorbeeld van een gedrags,- en denkpatroon.

Wat is parentificatie?

Je spreekt over parentificatie wanneer een kind de verantwoordelijkheid op zich neemt ten behoeve van het welbevinden van een ouder.
Een kind is altijd loyaal aan zijn ouders. Wanneer een ouder (emotionele) pijn heeft, lijdt onder groot verdriet of  onder een last gebukt gaat, zal een kind dit bewust en/of onbewust opmerken. Zijn loyaliteit en liefde voor de ouders is enorm en is er altijd en kan er voor zorgen dat het kind onbewust de ouderrol op zich neemt om de ouder te ontlasten.

Om beter uit te kunnen leggen wat parentificatie precies inhoudt, licht ik eerst wat toe over hoe families systemisch zijn opgebouwd.

Het familie systeem

Een familie is een systeem bestaande uit kinderen, ouders en hun voorouders.
Een systeem wil altijd heel zijn. Kloppend. Ieder heeft zijn eigen plek, zijn eigen rol en functie in het systeem met daarbij passende ‘spelregels’. Wanneer ieder zijn eigen plek inneemt is er rust in een systeem.
Door sommige situaties in een familiegeschiedenis vinden er verschuivingen plaats in een systeem. Er is onrust voelbaar in een systeem wanneer men zijn eigen plek niet in neemt, of kan innemen. Er is bijv. een lege plek ontstaan door overlijden, er is een last of een (weggestopt) verdriet te groot om te dragen, of er is een groot gevoel van schuld of angst die (onbewust) wordt doorgegeven of overgenomen door een persoon in het familie systeem.

Deze onrust laat zich zien in gedrags,- en denkpatronen.

 Constructieve parentificatie

Parentificatie hoeft niet problematisch te zijn als het tijdelijk is. Zoals je net al hebt kunnen lezen; een kind zal altijd geven uit loyaliteit wanneer de ouder bijv. verdrietig is of pijn heeft. Het kind leert daarmee ook verantwoordelijkheid te dragen. Het kind kan troosten en zorg dragen, vanuit de rol en de positie van het kind zelf. Wat daarbij belangrijk is, is dat de ouder(s) het kind ook als kind blijven zien voor wie zij zelf, als ouders, verantwoordelijk zijn. Daarnaast is het van belang dat ouders zich bewust zijn van de situatie en dat zij zich beseffen dat het veel van het kind vraagt. De woorden: ‘’Dank je wel voor je lieve, warme knuffel. Mama is verdrietig, maar het verdriet is van mama. En ik kan daar zelf zorg voor dragen. Jij mag nu lekker gaan spelen.’’ zijn goud waard en maken dat het kind op zijn eigen plek kan blijven.
Constructieve parentificatie is dan ook tijdelijk en wat daarbij ook heel belangrijk is: Het kind voelt erkenning, voelt zich gezien en geliefd door de ouder(s). Het geven en nemen is nog steeds in balans.

Destructieve parentificatie

Destructieve parentificatie is een verwarring in het familie systeem, vaak als gevolg van een trauma. Dit kan een groot verlies, verdriet zijn. Maar ook bijvoorbeeld wanneer de ouder(s) in hun kindjaren niet gezien zijn in hún geven. Er is dan een disbalans in geven en nemen ontstaan.

De liefde van kinderen voor hun ouders is groot! De pijn van de ouder(s) is voor kinderen altijd merkbaar en niet te verdragen. Ze gaan (onbewust) op zoek naar een oplossing om de pijn van de ouders te kunnen verlichten, het mee te dragen.
Als dat onopgemerkt gebeurt neemt het kind de positie in van de ouder. Ouders kunnen daarmee hun eigen taak, het zorgen voor hun kind niet optimaal volbrengen. En het kind kan zich ook niet voldoende bezighouden met zijn eigen ontwikkelingstaken. Het kind kan niet meer onbevangen en vrij kind zijn.

Ouders die hun kind de ouderrol ‘laten’ innemen, doen dit vaak onbewust en zien vaak niet dat dit gebeurt. Ouders willen ook niet dat hun kind hun plek inneemt. Het gebeurt gewoon.

Er is dan ook geen sprake van schuld! Je bent als kind onbewust naar die plek toegezogen, om het systeem te helen en in balans te houden.

Kenmerken van destructieve parentificatie:

  • Langdurig van aard
  • Het kind neemt de plek van de ouder in
  • Het kind krijgt/voelt geen erkenning voor het geven
  • Het kind kan zich niet vrij ontwikkelen
  • Het kind bouwt onderhuids een boosheid op, die op volwassen leeftijd wordt gericht op anderen (broer of zus, partner of collega bijv.) die niet verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van het onrecht. Dit om de niet ontvangen aandacht op te eisen.
  • Energie verlies. Het kind is enorm hard aan het werk en geeft ontzettend veel ten koste van zichzelf. Dit kan zelfs leiden tot
    burn-out.

Hoe kun je parentificatie herkennen?

Als je parentificatie herkent, heb je ook de keuze om het anders te doen. Dan kan het kind weer vrijgemaakt worden, zijn eigen plek innemen en zich vrij ontwikkelen.

Hieronder een aantal signalen die kinderen kunnen laten zien, waardoor je parentificatie kunt herkennen.

  • Het kind doet ontzettend zijn best op school en thuis. Het wil alles heel goed doen. Vertoont please gedrag, past zich steeds aan aan de situatie en is makkelijk in gedrag.
  • Perfectionistisch en faalangstig gedrag.
  • Het kind is bezorgd over de ouders.
  • Het kind zorgt graag voor harmonie.
  • De ouder deelt zijn zorgen met het kind, overlegt met het kind over kwesties die niet bij de leeftijd van het kind horen.
  • Het kind is veel en het liefst thuis (om te zorgen) en wil de ouders niet belasten met bijv. vriendjes over de vloer om te spelen.
  • Het kind laat slachtoffergedrag zien. Om de erkenning en liefde van de ouder te voelen.
  • Het kind stelt zich op als zondebok en laat moeilijk, tegendraads gedrag zien, wanneer de ouders in een spanningsvolle situatie zitten.

Parentificatie en burn-out

Een kind die op de plek van de ouder gaat staan, ontwikkelt een zorgpatroon waarin ze zorgzaam zijn ten koste van zichzelf. Ze ontwikkelen een groot verantwoordelijkheidsgevoel, opmerkzaamheid, behulpzaamheid en zorgzaamheid. Ze zijn alert en vooral gefocust op de ander. Dit om controle en harmonie te behouden. De behoeften van anderen staan boven hun eigen behoeften. Ze raken ook steeds verder bij hun eigen behoeften en verlangens vandaan, waardoor zij eigenlijk niet meer weten wie ze werkelijk zijn.
Zij zijn altijd hard aan het werk om aan alle gevoelde verantwoordelijkheden te voldoen.

Dit kost enorm veel energie. En daarnaast verliezen ze veerkracht en levenskracht.
Ze bouwen snel spanning op, zeker wanneer iemand om hen heen niet aan zijn behoefte wordt voldaan. Daarom kiezen zij niet snel voor rust en ontspanning. Zij willen een ander niet te kort doen. Zij blijven door gaan en staan niet of te weinig stil bij de vraag: Wat is goed voor mij? Wat heb ik nodig? Waar word ik blij van? Waar krijg ik energie van?
Met als gevolg op te raken en terecht te komen in een overspannen situatie of een burn-out.

Wat helpt en heelt?

Wanneer je je bewust bent van parentificatie bij je kind of bij jezelf, is het heel belangrijk om de intenties van het kind te zien en te erkennen. Het kind voelt dan (onbewust) dat het er mag zijn. Het kind voelt zijn eigenwaarde en bestaansrecht.

Daarnaast is het ook belangrijk dat het kind zijn eigen plek weer inneemt. Begrenzing is hierbij van belang. Je kunt je kind uitleggen dat zijn goede bedoelingen gezien zijn, dank het kind voor zijn liefde en zorg en mooie intentie, maar het is niet aan het kind om dit te dragen. Je kind mag kind zijn, gaan spelen, zich ontwikkelen tot puber, volwassene, de wereld in stappen, op ontdekking uit gaan en hoeft niet voor de ouder te zorgen. En als geruststelling voor het kind zeg je dat jij als ouder volwassen bent en zorg kan dragen voor jezelf. En laat dit ook zien. Dit alles kun je ook in gedachte zeggen tegen je kind.

Voor een kind die de ouderplek heeft ingenomen is het moeilijk om deze plek zo maar los te laten. Dat voelt, voor dit kind, alsof hij alles in laat storten. Het loslaten voelt als ontrouw worden aan het patroon. En dat kan voelen alsof je dan dood zal gaan of verstoten wordt. Het oeroude instinct en het overlevingsmechanisme wordt getriggerd.

Neem als ouder dus ook weer heel bewust en duidelijk je eigen plek in. De ouder in de ouderrol, zodat het kind gemakkelijker en met een gerust gevoel zijn eigen plek weer in kan nemen.

Doorbreken van parentificatie:

Parentificatie is een ingesleten patroon. Het is dus niet makkelijk om het te doorbreken. Maar absoluut mogelijk!

  1. Bewustwording!

Word je bewust van jouw eigen gevoelens. Neem de tijd om aandacht te besteden aan je eigen gevoel. Wanneer voel je je blij? Verdrietig? Wat maakt je boos? Naast deze gevoelens zijn er veel afgeleide gevoelens om te ontdekken, zoals trots, schaamte, somberheid, enthousiasme.

Deze gevoelens merk je op in je lichaam. Lichaamsbewustzijn is daarom van wezenlijk belang.

Gronding en lichaamsbewustzijn helpt om uit je hoofd te komen en op te merken of je ontspannen bent of gespannen. Je kunt daardoor opmerken hoe het met je gaat en daarna wat je nodig hebt om je goed en energiek te voelen. Je kunt je grenzen aanvoelen en aangeven en de keuzes maken die goed voor jou zijn.

Om je meer te verbinden met je gevoel helpt het om activiteiten te doen die ontspanning geven en waar een ritme in te herkennen is. Dansen, muziek maken of luisteren, creatief bezig zijn zoals: tekenen, schilderen, schrijven, dichten, handwerken, kleien helpt enorm goed om je meer te verbinden met je gevoel. Ook is het helpend om te bewegen; wandelen, fietsen, skeeleren bijv. en het liefst buiten in de natuur.

Als je je gevoelens opmerkt en je daarmee kunt verbinden kun je gaan ontdekken wat jouw gevoel jou in een bepaalde situatie wil vertellen. Wat zijn je gedachten bij deze situatie? Wat zou je als automatisme doen in deze situatie? Is deze actie helpend voor jou? Is het jouw verantwoordelijkheid? Waarom doe je het?

Wanneer je je bewust wordt van je patronen, weet je dat die patronen de kop op steken in onzekere situaties. Je kan jezelf helpen herinneren om je eigen plek, met je eigen functie in te nemen en niet direct in de geparentificeerde reddersrol te schieten.

Delen wat er in je om gaat helpt om helder te krijgen wat bij jou hoort en wat niet. Je kunt bespreken wat je zou kunnen doen. Zodat er balans ontstaat in geven en nemen.

  1. Zorg heel goed voor jezelf!

Hoe meer en meer je goed voor jezelf zorgt, merk je ook eerder op wanneer je dingen voor een ander aan het doen bent, die ten koste gaan voor jezelf.

Kies voor me-time momenten:

  • Een warm voetenbad
  • Een wandeling in het bos
  • Een kop thee en een spannend boek
  • Een noise canceling koptelefoon met jouw lievelingsmuziek
  • De stad in met je vriendin
  • Een kappersafspraak
  • Iets doen waar jij echt heel blij van wordt.
  1. Een nieuw verhaal

En wanneer je bewustwording groeit en je meer zelfzorg en nieuw gedrag toe hebt gelaten dat niet ten koste gaat van jezelf, maar jou juist aan je behoefte vol doet, train je je brein tot het ontwikkelen van een nieuw verhaal.

De volgende krachtzinnen helpen je daarbij door ze geregeld in je hoofd te herhalen of hardop uit te spreken, in de spiegel bijvoorbeeld.

Ik neem mijn eigen plek in.

Ik zorg goed voor mezelf, om vandaaruit goed voor een ander te kunnen zorgen.

Ik kies voor mijn levensgeluk.

Ik ben goed genoeg

En tot slot:

Jij zet de stappen om het patroon te doorbreken, maar je hoeft het zeker niet alleen te doen.

Er zijn altijd mensen om je heen die kunnen en willen luisteren, die je zien, die je horen, die je kunnen ondersteunen, die je kunnen begeleiden.